Een huisstijl ontwerpen

hoe doe je dat?

In de afgelopen vijf jaar dat ik designer ben bij RAUWcc is er veel veranderd. We zijn gegroeid als team (letterlijk), maar per­soon­lijk heb ik ook een groei door­ge­maakt. Van junior ‘al­les­kun­ner’ tot designer ge­spe­ci­a­li­seerd in identity-trajecten. En deden we er een aantal jaar geleden hoogstens één per jaar, is dat aantal nu fors gestegen naar zeker vier of vijf. En daar maak je mij heel gelukkig mee.

Specialisatie

Stiekem - of eigenlijk helemaal niet stiekem - vind ik dat namelijk het tofste om te doen. Waarom? Omdat een logo de identiteit van de op­dracht­ge­ver is. Dat waartoe de doelgroep zich aan­ge­spro­ken voelt. Als ik zoiets mag vormgeven is dat altijd uitdagend en bijzonder.

Van niets tot iets

Wanneer de op­dracht­ge­ver bij ons de vraag neerlegt voor een nieuwe identiteit starten we altijd met een intake. We stellen kritische vragen, maar be­lang­rij­ker nog: we luisteren. Er zijn op­dracht­ge­vers die precies weten wat ze willen, maar ook net zoveel die geen idee hebben waar ze naar op zoek zijn. Allebei een mooie uitdaging en aan ons de taak ze hierin te begeleiden en adviseren.

Want eerlijk is eerlijk, op­dracht­ge­vers kijken vaak naar wat ze zelf mooi - of lelijk - vinden. Terwijl de doelgroep voor wie we ontwerpen uit­ein­de­lijk de be­lang­rijk­ste rol speelt. Het logo is niet alleen de visuele vertaling van het bedrijf of het merk, maar zorgt er uit­ein­de­lijk voor dat het ze meer oplevert: aandacht, naams­be­kend­heid, conversie, omzet, winst. Het blijft toch vaak een com­mer­ci­eel doel dienen.

Eerst op papier

Na de intake start het al­ler­leuk­ste: mijn de­sign­pro­ces. En hoewel ik volgens een bepaalde strategie aan de slag ga, is dit niet bij iedere opdracht hetzelfde. De basis is in ieder geval papier. Het is ver­lei­de­lijk om direct digitaal aan de slag te gaan, maar hierdoor mis je in mijn ogen de vrijheid om je eerste ideeën te vi­su­a­li­se­ren. Op papier zijn het nog maar schetsen of krabbels en hoeft het er nog niet gelikt uit te zien. Zodra je aan de slag gaat op je computer ga je vaak al te veel in detail werken. En dat is wat je in het begin nou net niét wil.

Na het ex­pe­ri­men­te­ren op papier werk ik de beste ideeën digitaal uit. Deze ideeën zijn altijd gebaseerd op een concept vanuit de naam of visie van de op­dracht­ge­ver. Ik zoek naar een slim haakje waarmee ik een verhaal kan vertellen, wel altijd met een mi­ni­ma­lis­ti­sche inslag. Less is more (worden we er al moe van?) is hierin mijn rode draad. Op­dracht­ge­vers vinden een ‘eenvoudig’ logo vaak te makkelijk, terwijl het juist een complex proces is om tot een eenvoudig en krachtig logo te komen waar nog steeds een mooi verhaal in zit.

Zomaar ineens...

Het klinkt ge­mak­ke­lijk, een logo ontwerpen. En soms is dat ook daad­wer­ke­lijk zo, dan schiet het basisidee je zomaar ineens te binnen. Sommige merknamen lenen zich nu eenmaal heel goed voor vi­su­a­li­sa­tie. Maar meestal is het een pittig creatief traject. Wat ik doe als mijn cre­a­ti­vi­teit me in de steek laat?

Dan heb ik een aantal plekken waar ik deze kan vinden: zowel digitaal als offline. Waar ik het internet in de eerste fase zoveel mogelijk vermijd, kan ik dit in een latere fase juist wel gebruiken om inspiratie op te doen. En dat is zeker niet het enige medium... juist om je heen vind je de meeste inspiratie. Beelden die je in je omgeving ziet, kunst­wer­ken, muziek. Overal. Je moet het alleen zién.